Aansprakelijkheid in sport- en spelsituaties; it’s all in the game.
Vorige week hebben wij in het artikel over de aansprakelijkheid bij vriendendiensten kort de hoge aansprakelijkheidsdrempel in sport- en spelsituaties onder de aandacht gebracht. In sport- en spelsituaties ontstaan veel ongelukken. Dit valt te verklaren. De helft van Nederland sport namelijk wekelijks. Het aantal Nederlanders dat minimaal één keer per week sportte was in 2014 59%. Dat zijn bijna 9 miljoen Nederlanders. Dit aantal is in 2015 zelfs flink toegenomen. Dit blijkt uit de NOC*NSF Sportdeelname Index.
Tijdens het sporten kan gemakkelijk letsel ontstaan door toedoen van andere sporters.
Yapi-Yapo, voormalig international van Ivoorkust, liep in een wedstrijd van zijn club FC Zurich tegen Aarau in 2014 een zeer ernstige knieblessure op door een overtreding van middenvelder Sandro Wieser. Zo liep ook voetballer Hatem Ben Arfa op 3 oktober 2010 een dubbele beenbreuk op door een bikkelharde tackle van de Nederlandse voetballer Nigel de Jong, tijdens een voetbalwedstrijd tegen Manchester City. Een slecht getimede actie of een bewuste actie om de tegenstander zwaar te blesseren?
In dit artikel zal nog eens kort stil worden gestaan bij de hoge aansprakelijkheidsdrempel die geldt in sport- en spelsituaties.
Wanneer is er sprake van een sport- en spelsituatie?
Om aan de verhoogde drempel voor aansprakelijkheid te kunnen toekomen, moet allereerst worden vastgesteld of de schade is ontstaan binnen een sport- en spelsituatie. Wanneer deelnemers zich in een sportieve situatie begeven, is er snel sprake van een sport- en spelsituatie. Ook kan er van een sport- en spelsituatie worden gesproken wanneer er in bepaalde situatie elementen aanwezig zijn die kenmerkend zijn voor een spelsituatie, of wanneer sprake is van duidelijke spelregels. Niet is vereist dat de deelnemers rechtstreeks met elkaar aan het wedijveren zijn. Evenmin is vereist dat het slachtoffer zelf deelnam aan de sport of het spel.
Over de klassieke contactsporten, zoals voetbal en hockey, bestaat geen discussie. Ook over de sporten zoals schaatsen en tennis bestaat geen discussie. Ook niet als de deelnemers daaraan niet rechtstreeks in een wedstrijd met elkaar wedijveren. Dit geldt ook voor motorcross, golf en skiën.
Een recreatief fietstochtje wordt juist niet gezien als een sport- en spelsituatie . Ook het vliegen met modelvliegtuigjes, het achter elkaar aanrennen en het onverwacht in een sloot gooien wordt niet gezien als een sport- en spelsituatie. In deze gevallen geldt niet de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel zoals deze geldt in sport- en spelsituaties.
Onrechtmatigheid en eigen schuld
Sinds de bekende arresten Heeck/Nijgh uit 1990 en Dekker/Van der Heide uit 1991 wordt in Nederland binnen sport en spel minder snel een onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW) aangenomen dan wanneer er geen sprake zou zijn van een sport- en spelsituatie. De vraag is natuurlijk hoe dit komt.
Het enkel overtreden van de spelregels is niet onrechtmatig, maar weegt wel mee bij de beoordeling van de onrechtmatigheid. Het op zeer grove wijze inbreuk maken op de spelregels kan wel onrechtmatig zijn, evenals dat het overtreden van een belangrijke regel een zo zwaarwegende factor kan zijn, dat het overtreden van deze regel op zichzelf voldoende is voor de onrechtmatigheid van de gedraging.
Uit de rechtspraak blijkt dat de schade die binnen het normale spelverloop is toegebracht strenger wordt getoetst aan de vereisten voor aansprakelijkheid dan als er geen sprake is van een sport of spel. De reden daarvan is dat de deelnemers aan een sport of spel in redelijkheid tot op zekere hoogte gevaarlijke, slecht gecoördineerde, verkeerd getimede of onvoldoende doordachte handelingen of gedragingen waartoe die sport of dat spel uitlokt, van elkaar moeten verwachten. In dit kader wordt verwezen naar deuitspraakvan Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch van april 2009. In deze uitspraak ging het om een cursist die tijdens een tennisles oog- en hersenletsel oploopt doordat hij de geslagen bal door de medecursist op zijn oog krijgt. De cursist vorderde van de medecursist schadevergoeding. Het hof komt tot de conclusie dat het door de cursist gestelde grof en onzorgvuldig handelen van de medecursist niet is komen vast te staan. Om deze reden kan er geen aansprakelijkheid worden aangenomen, aldus het hof.
Bij de beoordeling moet de rechter rekening houden met enerzijds de vraag of de gedraging onrechtmatig is en anderzijds de vraag of het slachtoffer eigen schuld heeft in de zin van artikel 6:101 BW. Met name voor deze eerste vraag is de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel gecreëerd voor het aannemen van aansprakelijkheid tussen deelnemers onderling. Eigen schuld wordt vaak alleen aangenomen als het slachtoffer de onrechtmatige gedraging heeft uitgelokt of zelf een verkeerde beweging heeft gemaakt. Deze vraag komt in het bijzonder aan de orde in uitspraken over deelnemers die door het berijden van het paard van een ander gewond raken. Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Hoge Raad van 25 oktober 2002. In veel gevallen wordt hier een mate van eigen schuld van 50% aangenomen. Bij schade door een onverwachte beweging van het paard is het uitgangspunt immers dat de eigenaar van het paard op grond van artikel 6:179 BW aansprakelijk is voor de ontstane schade.
Waar ligt de grens?
Als iemand op straat loopt en hij laat de ander bewust struiken waardoor hij valt en letsel oploopt, zal die persoon aansprakelijk zijn voor de gevolgen op grond van artikel 6:162 BW. Maar als iemand tijdens een voetbalwedstrijd wordt getackeld en daardoor valt, zal de tegenstander niet zo snel aansprakelijk zijn. Een voetbalwedstrijd brengt nu eenmaal risico’s met zich mee. Bepaalde gedragingen tijdens de wedstrijd horen er nu eenmaal bij, ook als het risico op letsel met zich meebrengt. Daarmee zijn sporters echter niet vogelvrij verklaard. Met name in extreme situaties, zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Rechtbank ‘s-Gravenhage, kan aansprakelijkheid worden aangenomen.
Aansprakelijkheid tijdens de pauze of na afloop
Als het spel is stilgelegd of is afgelopen hoef je als deelnemer aan het spel niet te verwachten dat er zich nog risico’s kunnen voordoen. Als je na een voetbalwedstrijd het veld afloopt en de tegenstander trapt je nog na, dan kan de tegenstander wel aansprakelijk worden gehouden voor zijn gedraging. Met name is van belang of de bepaalde gedraging tegen de geest van het spel in druist en om deze reden als onsportief kan worden aangemerkt . Je hoeft namelijk niet nog eens een natrap te verwachten als je het veld al bent afgelopen. Deze gedraging valt namelijk niet meer binnen de aard van het voetbalspel.
Het einde van het spel betekent echter niet gelijk dat ook de verhoogde drempel van aansprakelijkheid bij dit spel direct eindigt. Dit blijkt uit hetWitmarsumer Merke arrest: “Aangezien de door die sport of dat spel bepaalde verhouding tussen de deelnemers daaraan niet direct en geheel hoeft te veranderen doordat en op het moment waarop aan die sport of dat spel volgens de daarvoor geldende regels, een einde komt, houdt ook de verhoogde drempel om aansprakelijkheid te kunnen aannemen, dan niet steeds direct en geheel op te gelden. Een (korte) tijd daarna kan het feit dat partijen zo-even nog met elkaar hebben gewedijverd of in een spelsituatie waren verwikkeld, de verwachtingen die zij van elkaar mogen of moeten hebben, blijven beïnvloeden, afhankelijk van de aard van die activiteit en de verdere omstandigheden van het geval.”
Organisator aansprakelijk?
In bepaalde situaties kan ook de organisator aansprakelijk worden gehouden voor het opgelopen letsel. Aan organistoren worden strengere eisen gesteld dan de specifieke normen die tussen deelnemers onderling gelden, omdat organisatoren zich vaak in de positie bevinden om bepaalde veiligheidsmaatregelen te treffen om schade bij de deelnemers aan sport en spel te voorkomen. Hierdoor rust er op hen een bijzondere zorgplicht ten opzichte van de deelnemers aan sport en spel.
Hoe zit het met niet-deelnemers (toeschouwers)?
Alhoewel toeschouwers niet deelnemen aan het spel wonen zij het spel wel bewust bij. De toeschouwers bevinden zich om deze reden vrijwillig in de ‘gevarenzone’. Ook voor hen geldt om deze reden een verhoogde aansprakelijkheidsdrempel. Net als voor deelnemers moet voor toeschouwers daarom worden bekeken of een gedraging van een deelnemer van het spel te verwachten is binnen de aard van het spel.
Afronding
De schade die door een gedraging binnen een sport- en spelsituatie is ontstaan wordt strenger getoetst aan de vereisten voor aansprakelijkheid dan als er geen sprake is van een sport- en spelsituatie. Naarmate een overtreding ernstiger is (in geval van voetbal bijvoorbeeld een rode kaart) neemt de kans op aansprakelijkheid wel toe. Met name in extreme situaties kan aansprakelijkheid worden aangenomen.
Middenvelder Sandro Wieser kwam na zijn overtreding op Yapi-Yapo met rood en een schorsing van vijf wedstrijden goed weg. Er is door Yapi-Yapo geen civiele procedure tegen Wieser gestart. Ook Nigel de Jong werd als middenvelder na het incident met Hatem Ben Arfa ‘slechts’ verwijderd uit de selectie van Oranje. In beide gevallen was er sprake van een slecht getimede actie en geen bewuste actie om de tegenstander te blesseren. Helaas wel met alle gevolgen van dien.
Contact
Hebt u een vraag over de aansprakelijkheid in sport- en spelsituaties of bent u benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen, bel dan met 0800-8033, stuur een facebookbericht, of stuur e-mail naarinfo@dehersteladvocaat.nl.