Werkgever aansprakelijk voor arbeidsongeval van werkneemster die in de bakkerij met een volle broodkar tegen een stalen kolom botst
Onlangs heeft het gerechtshof Den Haag zich uitgelaten over de vraag of de werkgever al dan niet aansprakelijk was voor het arbeidsongeval van diens werkneemster. Klik hier voor het arrest.
Het arbeidsongeval
De werkneemster was op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam bij een bakkerij. Tot de werkzaamheden van de werkneemster behoorde onder meer het tijdens nachtdiensten, die van 21.00 uur tot 05.00 uur duurden, door een gang verplaatsen van volle (en lege) broodkarren van de bakkerij naar de snij/inpakafdeling (en vice versa). In die gang bevindt zich een stalen draagkolom die 38 centimeter uit de muur steekt. Naast die kolom bevindt zich een deur die naar de gang toe opendraait richting de kolom. In deze gang worden verder lege broodkarren geparkeerd. De werkneemster is met een volle broodkar tegen de stalen draagkolom aangereden en heeft daarbij schouderletsel opgelopen. Zij is arbeidsongeschikt geraakt en niet meer aan het werk gekomen. De werkneemster stelt de bakkerij aansprakelijk voor de gevolgen van het arbeidsongeval.
Werkgeversaansprakelijkheid algemeen
Wanneer een werkneemster haar werkgever aansprakelijk stelt voor schade die zij tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden opliep, is het in eerste instantie voldoende als de werkneemster (1) stelt dat zij schade heeft opgelopen bij de uitoefening van zijn werkzaamheden en dat er (2) een causaal verband bestaat tussen de schade en haar werkzaamheden. De werkgever is dan aansprakelijk, tenzij de werkgever kan aantonen dat hij aan zijn (zware) zorgplicht heeft voldaan. Conform artikel 7:658 BW houdt die zorgplicht in dat de werkgever zodanige maatregelen treft of aanwijzingen verstrekt als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werkneemster in de uitoefening van haar werkzaamheden schade lijdt.
Oordeel van het gerechtshof
Het gerechtshof oordeelt dat de bakkerij moet streven naar een veilige werkomgeving. Dat geldt dus ook voor een werkomgeving waar gebruik wordt gemaakt van verbindingswegen voor voetgangers en transportmiddelen, zoals in dit geval de gang in de bakkerij waarin door werkneemsters met broodkarren gereden wordt. Dit is voor de bakkerij in deze casus al helemaal van belang, want door de desbetreffende gang worden in een nachtdienst meer dan 2000 broodproducten verplaatst. De bakkerij moet er daarom alles aan doen wat redelijkerwijs nodig is om die gang zodanig in te richten dat de werkneemsters veilig de broodkarren door de gang kunnen verplaatsen.
Het tientallen malen per nachtdienst moeten passeren van een niet afgeschermde en niet van een geleiderail of van een opvallend waarschuwingssignaal voorziene uitstekende stalen kolom, onder beperkte zichtomstandigheden met een broodkar die vol beladen circa 100 kilogram tot circa 200 kilogram weegt, terwijl aan weerszijden van de broodkar slechts in beperkte mate ruimte is om ter hoogte van de bewuste stalen kolom deze te passeren, in een gang waarin meerdere broodkarren staan geparkeerd, leidt immers tot een weinig overzichtelijke situatie waarin het eenvoudig tot een botsing met de stalen kolom kan komen.
Helaas voor de werkneemster was dit ook het geval. Het gerechtshof oordeelt dat de bakkerij aansprakelijk is voor de gevolgen van het arbeidsongeval.
Heeft u vragen over dit onderwerp of bent u zelf slachtoffer?
Wilt u graag advies over dit onderwerp? Schroom dan vooral niet om contact met ons op te nemen. U kunt ons bereiken op telefoonnummer 0800 – 8033 of stuur een e-mail naar info@dehersteladvocaat.nl.